Troostpoes

Toen Menno en ik uit elkaar gingen vroegen de kinderen of ze nu dan een kat mochten hebben, papa had er nooit één gewild en nu hij toch ergens anders woonde… Dus gingen we op zoek naar een kat.

Kennissen bleken net een nestje van 5 te hebben en wat de kinderen betreft moesten ze natuurlijk alle 5 mee. Een keuze maken viel niet mee want kinderen hebben nu eenmaal de vervelende gewoonte om het principieel niet met elkaar eens te zijn. Na lang gezeur en gehuil hakte ik de knoop door en kozen we een lapjeskat. Eigenlijk een nep-lapje want in plaats van de lichte lap-eigen kleuren, was deze heel donker met zwart, bruin en een beetje rozig. Ze zag er lief uit, dat wel.

Na weken wachten kwam Troostpoes dan eindelijk bij ons in huis. Er werden bedjes van handdoeken voor haar gemaakt, een speelplaats te midden van de circuslego en alle mogelijke vriendjes en vriendinnetjes werden uitgenodigd om Troostpoes te bewonderen. Natuurlijk oogde ze veel aaibaarder dan de wandelende takken waar Mads ooit mee thuis was gekomen en waarvan de jonkies door de spleetjes van de bak konden kruipen waardoor je door het hele huis van die enge minitakjes zag wandelen. Waarom we daar ooit mee akkoord waren gegaan zal altijd een raadsel blijven. Ook leek ze aaibaarder dan het konijn dat we ooit hadden dat het niet zo op kinderen had en graag van zich afbeet. Dat konijn is uiteindelijk geen fijne dood gestorven nadat Mads het uit zijn handen op de stoep liet vallen. Dat heeft nog heel wat gekost want de dierenarts geloofde niet in de dwarslaesie waarvoor we kwamen en gaf het arme beest vitaminespuiten. De volgende dag werd hij gelukkig alsnog uit zijn lijden verlost. Dag Snufje.

Maar goed, Troostpoes. Pluizig, speels en geen neiging tot bijten. Maar wel autistisch. Daar was ze natuurlijk niet minder om maar voor een troostpoes is dat wel een beetje onhandig. Ze kon geen oogcontact maken, leefde in een eigen wereld en kon niet tegen verandering. Zodra er iets in de kamer veranderde, als de bel onverwachts ging, of als er iemand langskwam, dan kroop ze in een hoekje onder de bank waar niemand bij kon; dan at ze niet, dronk ze niet en poepte/plaste van zich af. En er gebeurde best vaak iets onverwachts. We hadden wel eens visite, werden wel eens gebeld en er viel wel eens iets. Als er een stille, voorspelbare dag was geweest, kwam ze ’s avonds uit haar hol, at en dronk en zat op de bak. Maar dan sliepen de kinderen. En dat was voordat we gingen verhuizen.

In het nieuwe huis leefde ze weer onder de bank. Op die manier had niemand er wat aan dus namen we er nog maar een kat bij, een kleine rooie die blij werd van aandacht en graag wilde spelen en spinnen. Dat maakte veel goed maar nog maar een paar maanden oud kwam Pip onder de auto. Dat zul je altijd zien. Op een (uiteraard) grauwe, regenachtige dag hebben we haar in de tuin begraven. Mads groef een diepe kuil en Sebas maakte de grap dat wie een kuil graaft voor een ander, er zelf in valt. Wat prompt gebeurde.

Enfin, met Troostpoes is het in die zin goedgekomen dat ze uiteindelijk onder de bank vandaan kwam en ze zich zowaar door de kinderen liet aaien. Tussen haar en mij heeft het nooit willen klikken maar je kunt niet alles hebben. De kinderen maakten ruzie over wie haar later mee zou mogen nemen. Inmiddels zijn ze alle 3 uit huis en woont Troostpoes uiteraard nog bij mij. Ik mag haar voeren en naar binnen en buiten laten maar verder loopt ze met een grote boog om mij heen. Ik voorzie nu al dat ze om mij te jennen 30 jaar oud gaat worden. Die gaat mij overleven, wedden?


Posted

in

by

Tags:

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *