Helden

Halverwege de middelbare kregen Sebas en Mads voorlichting over drugs. Veel te laat natuurlijk want rond hun 14de kunnen ze al heroïnejunks zijn die hun lichaam bij een obscuur station verkopen voor een volgend shot. Kijk maar naar Christiane F. die met 13 jaar kerels aftrok voor geld. En dat was nog maar het begin.

Maar op school dachten ze waarschijnlijk dat te laat beter was dan nooit dus gingen ze bij maatschappijleer enthousiast het gesprek aan over xtc, speed, weed, poeders in je drankje en spuiten. Dat werd een tamelijk eenzijdig gesprek want krijg pubers maar eens aan de praat. Die reageren met ‘Huh’ of “hmpf’ of ‘whatever’.  

Zelf was ik rond mijn 15de gaan experimenteren met blowen, het waren de seventies en een staartje van de jaren 60 vrijheid-blijheid-mentaliteit waarde nog rond. De eerste poging van mijn broer en mij was in vloeipapier gerold gras met een druppel patchoeli, volgens Peter een goed alternatief voor hasj. Dat bleek niet geheel te kloppen en we werden honds beroerd. Maar doorzetters als we waren spaarden we ons zakgeld op en kocht Peter een zakje ‘Afghaan’ bij een kennis in de kroeg. We rolden de joint en rookten in één van de eerste overdekte parkeergarages van de stad. Peter moest overal om lachen en voelde zich “helemaal happy”. Ik voelde mij met de minuut ellendiger worden, triest tot op het bot. En natuurlijk was er toen opeens politie. Peter had nog wat hasj bij zich en onze namen werden genoteerd. Peter keek hen met zijn vergrote pupillen lachend aan terwijl ik begon te huilen, zo´n held was ik ook wel weer. Gelukkig maakte dat indruk en hoefden we niet mee naar het bureau. Toen ik een aantal jaren daarna het bewijs van goed gedrag nodig had om te mogen werken in het onderwijs, heb ik nog wel even gezweet maar ik kreeg het goddank probleemloos.

Tig jaar later vroeg Mads me of ik wel eens geblowd had. Ik was altijd eerlijk tegen mijn kinderen geweest, en twijfelde over mijn antwoord. Uiteindelijk mompelde ik iets over een joint uitgeprobeerd op mijn 18de waarop hij lachend aangaf dat de tijden toch echt wel waren veranderd en dat hij al een aantal keren had geblowd. Van de drugsvoorlichting op school had hij geen hoge dunk want ´ze hebben het niet eens over alcohol wat veel erger is´. Daar zou hij later ook anders over gaan denken.

Hij vertelde over de voorlichtingsfilm die school had laten zien die zo ouderwets was dat niemand deze serieus nam. Het bleek om de film `Christiane F., wir Kinder vom Bahnhof Zoo` te gaan. De film die ik als puber ook had gekeken maar dan dus eind jaren 70. Eind Jaren Ze-ven-tig. Voor de kinderen stond dat zo ongeveer gelijk aan de Eerste Wereldoorlog. Sebas had het over de mooie Bowie muziek in de film en Mads over de achterlijke henna hippie haren van Christiane. De film maakte verder geen enkele indruk. Dat was in mijn tijd heel anders.

Ik zag Christiane F. in de bioscoop, aangetrokken door de voorstukjes met de muziek van David Bowie erin. Natuurlijk vonden mijn vriendin en ik het zielig dat kinderen zich prostitueerden voor heroïne en dat er een meisje doodging. Maar die muziek! En die beelden van Berlijn! En die prachtige lange henna-rode haren! En die mooie eindeloos lange dunne benen! Wij verfden onze haren ook met henna, luisterden nóg meer naar Bowies album “Heroes” en voelden ons onoverwinnelijk. “We could be heroes, just for one day”. Niet stoned of verslaafd, wel helden. Leg dat 30 jaar later maar eens uit aan je millennium kinderen.


Posted

in

by

Tags:

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *