Mijn ouders volgden een tv serie over de omzwervingen van Odysseus. In eerste instantie mocht ik niet meekijken want volgens mijn moeder was ik te jong voor deze serie maar mijn vader dacht daar anders over en dus haakte ik halverwege de tweede aflevering aan. Met boeken was ik kieskeurig geworden maar op het gebied van tv was ik een omnivoor; die anderhalve keer per week dat we iets mochten zien kwijlden we kritiekloos. Ik heb de serie nog niet zo lang geleden gegoogeld en man oh man, wat was het beroerd. Ongelooflijk overdreven en slecht geacteerd en van special effects had men blijkbaar nog nooit gehoord. Eigenlijk wel een soort van aandoenlijk. En de kleding! Odysseus’ zoon Telemachos draagt een tuniek die zo kort is dat zijn ballen wel opgebonden moeten zijn.
Maar goed. Ik vond de serie geweldig en ging naar de bieb om boeken over Helena, de Trojaanse oorlog en Odysseus te lezen. En vervolgens verslond ik de mythologieën over Persephone, Medusa, Achilles en Hades en alle andere (half)goden die er waren. Prachtige verhalen over prachtige (anti)helden. Maar daarna las ik over een ander thema, raakte daardoor geobsedeerd en vergat ik het vorige. Tot ik, begin dit jaar, het boek The song of Achilles van Madeline Miller ontdekte.
En hoe naïef is het om bij een verhaal dat je al bijna je hele leven kent, te hopen dat het opeens anders af zal lopen? En verdrietig te zijn dat dat niet het geval is? …
Na het lezen van A song of Achilles voelde ik me triest en leeg. Het verhaal van Achilles is bekend en 1000 keer beschreven maar deze versie…. wow… prachtig.
De protagonist, Patroclus, is 9 jaar als het verhaal begint. Een prins die zijn vader teleurstelt door zijn gebrek aan kracht en weinig imponerende voorkomen en wiens moeder zo simpel is dat er nauwelijks contact met haar mogelijk is. Als Patroclus per ongeluk een jongen doodt, wordt hij gestraft en is hij geen prins meer. Hij wordt verbannen naar het kleine koninkrijk van Peleus en diens zoon Achilles. De moeder van Achilles is een godin wat hem een halfgod maakt, “de beste onder de Grieken”.
Achilles lijkt geïntrigeerd door Patroclus en neemt hem onder zijn hoede. Er groeit een hechte vriendschap tussen de jongens en als Achilles naar Chiron in de bergen gaat voor zijn verdere opvoeding, gaat Patroclus met hem mee. De jongens leren er veel over de natuur en groeien steeds dichter naar elkaar toe om uiteindelijk toe te geven aan hun liefde. De liefde en seksualiteit worden prachtig beschreven, ontroerend en poëtisch. De emoties zijn zo intens dat ze bijna tastbaar zijn.
Als Achilles een keuze maakt die Patroclus niet kan begrijpen (de keuze om niet voor Briseis te vechten en niet meer deel te nemen aan de strijd om Troje vanwege zijn conflict met Agamemnon), neemt Patroclus de beslissing om tegen Achilles in te gaan en onder zijn naam de troepen aan te voeren, maar ook dan blijft zijn allesomvattende liefde voor Achilles in stand. Uiteindelijk sterft hij om zijn liefde en om Achilles te beschermen. Het verdriet en de wanhoop van Achilles om de dood van zijn geliefde zijn immens en leiden, door het gevecht met Hector aan te gaan, tot zijn eigen dood. Voor zijn dood laat hij beloven dat zijn as begraven moet worden samen met de as van Patroclus. En dat leidt tot de mooiste slotzinnen ever: “In the darkness, two shadows, reaching through the hopeless, heavy dusk. Their hands meet, and light spills in a flood, like a hundred golden urns pouring out the sun. “
Kill me.
Leave a Reply